zondag 11 maart 2012

Yade

Gisteravond was de bekendmaking van de uitlag van de verhalenwedstrijd van de Volkskrant.
Ik zat niet in de studio. Mijn korte verhaal (maximaal 500 woorden, thema 'verkeerde vrienden') is niet goed genoeg. Mijn 390 woorden hebben het eind niet gehaald.
Oordeel zelf of de jury het bij het rechte eind had.


Yade


Je steunt op de tafel                                     
en ik weet                                                    
dat je veel later dan nu                               
nog op dezelfde plek zit.
Je verschuift je stoel niet.
Waarom zou je ook,
als je hebt besloten
om almaar     
te staren                                                         
naar de groeven
in je handen
en de noesten
in de planken
van de tafel?                                                 
Ik laat je alleen, pap.
Zul je me missen?
                                                                        

Ik hoor je voetstappen, mam.
Ze fluisteren hun echo                                 
tegen de straat.              
Ik luister
om niet te verdwalen                                   
als de afstand tussen ons
te groot wordt.
Ik ben de zeemeermin                                
- weet je nog? –
die ik volgens jou al was
ver voor ik kon lopen.
De straat is de zee
waarin ik zwem.
De echo wordt gedempt
door het water om me heen.
Ik raak je kwijt.
Ik bekijk een poster
en weet ineens
dat je op weg bent                        
naar de man
die me toelacht.                            
Hij staat straks op het toneel
en vraagt je
of mijn voornaam begint met een “Y”.
Daarna zegt hij dat ik 27 ben
en altijd zal blijven.
Hij verzacht je pijn                                                 .  
en zegt dat ik achter je sta, mam.
Hij vertelt dat het goed is met me
omdat ik de zeemeermin ben
die je altijd zag
als je naar me keek.
Er was geen pijn, mam,                               
toen ik ervoor koos                                      
om langer onder water te blijven
dan mijn longen aan konden,
zegt hij,
terwijl hij je aan kijkt.

Je liet me los
als ik vluchtte
van jou en pap.
Dan zwom ik
naar Atlantis
waar ik rust vond
en de stemmen
in mijn hoofd zwegen.                                


Straks ben je gerustgesteld.
Je gaat hem kussen
en omhelzen.
De mensen in de zaal
applaudisseren
en het zout van tranen                                                               
zit tussen hun handen.
Dat wordt voor jou
het moment dat ik
uit je leven zwem.                                        


Dan ook besef jij
dat de zeemeermin
geen verkeerde vriendin was.
Ik was het zelf,
op zoek naar rust.


Ik draai me om
en laat je gaan, mam,
op weg naar jouw rust.


Nog een laatste keer
zwem ik langs ons huis
om ook afscheid te nemen
van jou, pap.
Zonder woorden
omdat je geen enkele uitleg
ooit zult begrijpen.
Dat snap ik.
Je staart almaar
naar de groeven
in je handen
en de noesten
in de planken
van de tafel.
Ik weet dat je me mist.
Ik mis mezelf ook.                


Jelte van  der Kooi 

2 opmerkingen:

  1. Wow, prachtig...het moment dat je beseft wat er aan de hand is komt hard aan, ik schrok er zelfs een beetje van. En dan ga je t nog eens lezen en wordt het wrang en tegelijk zo liefdevol. Erg mooi, beeldend. Dat zout tussen die handen, prachtig, je voelt het schrijnen.
    Misschien hadden die laatste twee regels zelfs wel weg kunnen blijven, de boodschap is al duidelijk. Wordt het nog sterker van, denk ik (maar doe ermee wat je wilt)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. hoi Iris,

    Dank je wel voor je woorden en de tijd die je hebt genomen om het te lezen.
    De reacties die ik krijg zijn van gelijke aard... heftige schoonheid; komt binnen; kruipt onder mijn huid. Ik denk na over de laatste twee regels. Maar je ziet, ze staan er nog wel...

    Jelte

    BeantwoordenVerwijderen